Elke dag sjouwt ze rond
Met een koffer
Een zware koffer vol met stenen.
Grote basaltblokken
Flinke keien
Kleine kiezels
Die stenen heeft ze in de loop van haar leven verzameld in haar koffer:
Basaltlokken van pijn
Keien van verlies
Bakstenen van teleurstelling
Kiezels van alle lelijke woorden die naar haar hoofd geslingerd zijn
Brokken van schuldgevoel
Vuurstenen van schaamte
Betontegels van zich niet geliefd voelen
Rotsblokken van nooit goed genoeg zijn
Elke dag zijn er kleine en soms grote stenen toegevoegd aan haar koffertje.
Dat was in het begin nog best te dragen. Maar dat steeds zwaarder wordende koffertje begint er meer en meer in te wegen. Het sjouwen valt haar steeds moeilijker.
Loslaten kan ze niet. Want de koffer is zijzelf.
Die kan ze niet zomaar ergens laten staan!
Zelfs als het veel te zwaar gaat wegen; die koffer is alles wat ze heeft.
Op een dag besluit ze dat genoeg is geweest.
Het is KLAAR!
Ze moet iets veranderen.
Zonder haar koffer (en dus zichzelf) te verliezen.
Ze vraagt hulp aan een wijze vrouw.
‘Moet jij die zware stenen blijven dragen?’
‘Nou, eh, nee?’
‘Wie zorgt er dan voor dat je ze nog steeds in je koffertje hebt?
Ineens ziet ze het: Ze mag kiezen! Kiezen voor meer lichtheid en ruimte.
Ze hoeft de kóffer niet los te laten. Ze mag de stenen eruit halen, en er lichte fluffy veertjes voor in de plaats leggen.
Ze hoeft niet meer te sjouwen, te slepen en te zwoegen.
Met haar lichte koffer rent en danst ze door het leven!
En heeft het gevoel dat ze eindelijk vliegt…